(Amst. 1747; 2e dr. 1753) en soortgelijke werkjes; De naam van Jehovah .... van God zelve openlyk uitgeroepen; verklaring over Deut. 32: 1-43, twee deelen (Amst. 1757, 1758); Diacrisis modesta.... twee deelen (Amst. 1764), enz.
Zijn portret is gegraveerd door J. Houbraken naar J.M. Quinkhard.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland II ('s Hert. 1853), 320, III ('s Hert. 1856), 667; R. Arrenberg, Naamregister van Nederduitsche boeken tot 1787, 292; Noordbeek en Mourik, Naamrol der godgel. schrijvers .... register in voce; Kerkelijk Handboek (1907) Bijl., 111, (1908) Bijl., 102, (1910) Bijl., 161; Bibliotheca theologica et philosophica (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans 1900), 783 (no. 509); M. Veeris en de Paauw, Vernieuwt kerkelijk Alphabet (Enkh. 1750), 119; R. Dijkstra, Gedenkboek der Nederduitsche Herv. Gem. van Amsterdam (Amsterdam 1928), 198.
Knipscheer