[Kreenen, Everard]
KREENEN (Everard), geb. in 1786, overl. te Velp (gem. Reden) 1 Jan. 1825. Dr. Jan Jacob Kreenen (zie dl. II, kol. 725v.) was waarschijnlijk zijn zoon. Hij studeerde in de godgeleerdheid te Harderwijk sedert 1802, verdedigde er onder J.H. Pareau (zie dl. II, kol. 1065-67) zijn ‘specimen academicum’ 23 Juni 1808: Nahumi vaticinium philologice et critice expositum (Harderov. 1808). Hij was sedert 1809 predikant te Velp en kwam in aanmerking voor een professoraat in de oostersche talen. Hij schreef een verhandeling in de Godgel. Bijdragen (XI, 337-440) over de mogelijkheid van een terugkeer der Joden naar Palestina, en eenige boekbeoordeelingen.
Zie: Archief voor kerkel. Gesch. IV (1833), 274; B. Glasius, Godgeleerd Nederland II ('s Hert. 1853), 314; Bibliotheca theologica et philosophica (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans 1900), 334; Kerkelijk Handboek (1903), Bijl., 159.
Knipscheer