[Knipperdolling, Bernardus],
KNIPPERDOLLING (Bernardus), of Knipperdollinck, Wederdooper, gedood te Munster 22 Jan. 1536. Hij was uit een aanzienlijk geslacht gesproten en lakenhandelaar. Na zijn komst te Munster konden Jan Matthijsz (art. in dit deel) en de zijnen den raad van de stad omzetten. Te meer daar vele aanzienlijken en welgestelden Munster verlieten, kon de bisschop Franz von Waldeck (zie dl. V, kol. 1090) zijn gezag niet handhaven. Toen in den aanvang van 1534 Jan Beukelsz. (dit deel, kol. 62) in Munster kwam, trouwde deze daar ‘polygaam in de praktijk vóór hij de theorie had vastgesteld’ (Knappert), met een dochter van Knipperdolling. Van dag tot dag wonnen de anabaptisten aan macht en invloed. Reeds 23 Febr. 1534 wisten zij de verkiezing ook van Knipperdolling tot een der burgemeesters door te drijven en zoo het heft in handen te krijgen. De vader schijnt nogal gelukkig geweest te zijn om dat ‘huwelijk’ van zijn dochter, ook al had Jan Beukelsz. later naast zijn ‘koningin Divara of Dieuwer’ nog zestien vrouwen, die allen ondergeschikt waren aan deze eerste in rang, en al heeft zij dus bijvoorbeeld op 12 Juni 1535 meegezongen ‘Den hoogen God alleen zij eer’ toen de ‘koning’ eigenhandig één harer, Elise Wandscheer, heeft onthoofd. Althans wordt gezegd dat de koning zich door dat huwelijk ‘den steun van dezen invloedrijken burger had verzekerd’. Met den val van Munster, 25 Juni 1535, neemt het rijk der Wederdoopers een einde. Eerst 22 Jan. 1536 werden hij en de ‘koning’ en anderen onder vele folteringen gedood. Het schavot was opgericht ter plaatse waar eens de koningstroon had gestaan. De bisschop en vele geestelijken woonden de executie bij.
Zie: W. Kühler, Gesch. der Nederl. doopsgezinden in de zestiende eeuw (Haarl. 1932), 82, 117, 119, 185; L. Knappert, De opkomst van het protestantisme in een Noord-Ned. stad [Leiden], (Leid. 1908), 142, 145; dez., Het ontstaan en de vestiging v.h. prot. in de Ned. (Utr. 1924), 201-204; W.I. Leendertz, Melchior Hofman (Haarl. 1883), 60, 62, 314 v., 368-372; Doopsgezinde Bijdragen (1888), 3-6, 13-22, (1890), 67, portret, (1899), 7; Bibliotheca Reformatoria Neerlandica VII ('s Gravenh. 1910), 31, 34, 36, 56; W. Möller, Kirchengesch. III (3e dr. Tüb. 1907), 127; Catalogus van de bibliotheek der Ver. doopsgez. gem. te Amsterdam II (Amst. 1888), 319 [portretten]; 2e dr. (Amst. 1916), 56; H. Detmer, Bilder aus den religiösen und sozialen Unruhen in Münster .... I-III (Münster 1903 u.s.w.), passim; Geo Tumbült, Die Wiedertäufer .... (Bielef. u. Leipz. 1899), 63 f. portret.
Knipscheer