Doopsgezinden te dwingen mede te doen aan oefening in den wapenhandel. Daarover werd bij de Zonsche sociëteit geklaagd, die per brief antwoordde (onderteekend door Reinier Klopper van Almeloo en Adriaan Koenen van Hazerswoude) dat de Doopsgezinden geen wapenen behoorden te dragen, omdat dit met hun privilegiën streed.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Protest. Godgel. in Ned. V, 36; Doopsgez. Bijdragen (1907), 159; S. Blaupot ten Cate, Gesch. der Doopsgez. in Gron. enz. (Leeuw, en Gron. 1842) I, 221, II, 75-79.
Knipscheer