[Kloeckhof, Johannes]
KLOECKHOF (Johannes), geb. te 's Gravenhage, overl. te Kuilenburg 1 April 1757. Balthasar K. (die voorgaat) was zijn broeder. Hij werd luthersch predikant te Zutfen 16 Dec. 1731, adjunct-predikant van Ds. Georg Friedrich Mitzen te Kuilenburg, en in 1734 predikant aldaar. Hij schreef: Lijkrede op G.F. Mitzen (Rott. 1736), en in de Hist. Beschr. v. Culemborg door A.W.K. Voet van Outheusden een Verklaring van de medaille ofte gedenkpenning, opgedragen aan Willem Carel Hendrik Friso, ter gelegenheid dot S.H. was ingehuldigt als grave van Culenborgh (1748), een dichtstukje.
Zie: J. Loosjes, Naaml. v. predikanten enz. der Luth. Kerk in Ned. ('s Gravenh. 1925), 149; de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Protest. Godgel. in Ned. V, 32.
Knipscheer