[Kints, Cornelis van]
KINTS (Cornelis van), geb. 20 Sept. 1803 te ter Aar, zoon van Henricus v.K. en Anna Kuit, gest. te Utrecht 17 Maart 1869. Van Kints deed zijn lagere studiën voor het priesterschap op het seminarie Hageveld en zijn hoogere op het seminarie Warmond. Den 31en Mei 1828 werd hij tot priester gewijd. In 1828 stond hij als kapelaan te Hoorn en te Overveen en van 1828 tot 29 Sept. 1831 als kapelaan te Amsterdam in ‘de Liefde’. Daarna werd hij leeraar op het seminarie Hageveld, met de bijzondere opdracht om het studieplan over een leercursus van zeven jaren te verdeelen; voor zichzelf behield hij de rhetorica en poësis.
Van 23 Jan. 1842 tot 19 Nov. 1844 was van Kints secretaris van den Vice-Superior Ferrieri en daarna op het seminarie Warmond ‘professeur auxiliaire à la théologie morale’. Bij het vertrek van president van Vree, die in 1853 benoemd was tot bisschop van Haarlem, werd van Kints aan het hoofd gesteld van het seminarie. Door verstandelijke verzwakking werd hij genoopt zijn ambt neer te leggen.
Van zijn hand verschenen verschillende opstellen in het maandschrift De Katholiek en een afzonderlijk geschrift, in 1854 te Amsterdam uitgegeven, getiteld: Het goed regt der Roomsch-Katholijken tot een concordaat verdedigd.
Zie: Bijdr. v.H. XLVIII, 585-588.
van der Loos