Domela Nieuwenhuis (zie dl. IV, kol. 1026-28) op 9 Oct. 1836 tot zijn nagedachtenis gesproken heeft is gedrukt in Bijdragen tot de gesch. der Evg. Luth. Kerk, 1ste stuk, blz. 143-150. Hij schreef: Afscheids- en gedachtenisrede .... van Monnikendam 4 Mei 1834 (Utr. 1834); Iets ter gedachtenis van L.W.G. Breseman (Utr. 1835). In handschrift is nog van hem: Juvenilia, prouti post ejus mortem colligere aut ex autographis describere licuit amico J.C. Schultz Jacobi (bibliotheek v.h. Evg. Luth. Seminarie te Amsterdam). Zijn vrouw heette Wilhelmina Geertruida Telting (overl. in 1873).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Protest. Godgel. in Ned. IV, 747; J. Loosjes, Naaml. v. predikanten enz. der Luth. Kerk in Ned. ('s Gravenh. 1925), 142.
Knipscheer