geven. Bij de afscheiding der radicalen uit de kiesvereeniging ‘Burgerplicht’ bleef hij aan het liberale vaandel trouw; als een van de uiterste linkerzijde bleef hij strijden voor openbaar onderwijs en evenredige vertegenwoordiging. Bekend was zijn bewondering voor Multatuli.
In 1882 behoorde hij met Mrs. H.L. Drucker en W.L.P.A. Molengraaf tot de oprichters en eerste redacteuren van het Rechtsgeleerd Magazijn. Na het verschijnen van den derden jaargang (1884) trad hij wegens drukke werkzaamheden uit de redactie; de eerste drie jaargangen bevatten belangrijke bijdragen van zijn hand.
Hij stierf plotseling, na een kortstondige ziekte, aan longontsteking.
In Jeanne Collette van Mr. Paap werd Katz als hoofdpersoon geteekend. Jongere zusters van S. Katz waren o.a. Julia (gehuwd met Mr. L.W. van Gigch, zie kol. 286) en Sophia (gehuwd met Pieter Horjus van Gestel, auteur op calligrafisch gebied, thans te Apeldoorn woonachtig).
Uit zijn op 24 Apr. 1879 te Amsterdam gesloten huwelijk met Catharina Maria Anna Charlotta Henriette Geesink (een zuster van den bekenden hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam) werden een drietal kinderen geboren. De oudste zoon, Dr. Johan Rudolf Katz, geb. te Amsterdam 30 Apr. 1880, is thans privaat-docent in de biochemie aan de Universiteit te Amsterdam, de tweede zoon Mr. Karel Fredrik Katz, geb. te Amsterdam 12 Mei 1883, is als advocaat te 's Gravenhage gevestigd, terwijl de dochter, Mr. Cornelia Frida Katz, geb. te Amsterdam 29 Juli 1885, advocate te Amsterdam en lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is.
Zie: Alba Studiosorum van Amsterdam, Leiden, Utrecht; Weekblad van het Recht, no. 5814 (22 Jan. 1890), 4; Algemeen Handelsblad, 18 Jan. (Ochtendbl.), 19 Jan. 1890 (Av.bl.); Brinkman's Catalogus; Wie is dat? (1931), 131, i.v. C.F. Katz.
Wijnman