Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 485]
| |
tendorp), ongehuwd overl. te Laag Soeren (gem. Apeldoorn) 24 Mei 1874. Hij behoorde tot een gegoed koopmansgeslacht en was aanvankelijk effectenhandelaar in zijn geboortestad. Later deed hij vele reizen door Duitschland, Rusland e.a. landen. Genezing van een ondraaglijk lijden zocht en vond hij te Graefenberg, waar Priessnitz, de grondlegger der geneesmethode door middel van water, groote successen had geboekt. Daardoor werd hij een vurig voorstander der natuurgeneeswijze. Geruimen tijd woonde hij te Hanau, maar in 1848 kocht hij het landgoed Laag-Soeren, waar hij een thans nog bestaande inrichting voor natuurgeneeswijze stichtte. Het kostte hem aanvankelijk de grootste moeite een arts aan zijn inrichting te verbinden; ten slotte vond hij een duitsch geneesheer daartoe bereid. Zijn stichting heeft hem heel wat verdriet en tegenwerking veroorzaakt. Meestal anoniem vertaalde en bewerkte hij talrijke brochures en geschriften op het gebied der natuurgeneeswijze. Wij noemen van zijn werken H.P. Rausch, Verdediging van de watergeneeskunde en van de regten der menschheid enz. uit het Duitsch vert. (Deventer [1840]); A.H. Kroeber, Leer-regel van Vincenz Priesnitz, het koude water aan te wenden in verscheidene ziekten, z.p. [omstr. 1840]; Vincenz gezegd: de overwinnares, 5 dln. (Hanau 1840-48); De ambtenaar zonder merinos-mutsje? Belangrijk nieuws uit Holland (van doctor Meerman). Hoogst gewigtige bekeering van eenen aloöpath enz. Getrokken uit Hoogl. tijdschriften (Hanau 1844); Het drietal kniegewrichten of de lieutenant, de predikant en de hoedenmaker. Vrij vert. [uit het Hoogd.] (Hanau 1846); Wenken over natuurgeneeskunde als toelichting tot de brochure ‘Neerlands vrijheid bedreigd door het ontwerp van wetten op de geneeskunde’. Uit het Duitsch vert. (Amsterdam [1851]); De keerzijde of twee aloöpathische geneesheeren en een Engelsche predikant. Vert. uit het Duitsch en Eng. (Zutphen 1852); Kirckmayr, Oertel en v. Schlemmer, De wegwijzer der gezondheid. Verklaring van de aanwendingswijze en de uitwerkselen van het frissche water, als het beste behoed- en geneesmiddel. Naar het Hoogd. | |
[pagina 486]
| |
(Amsterdam [1852]); Wat is geneeskunde? De drie behandelingswijzen van ziekten getoetst en onderzocht door drie geneesheeren, alsmede drie opgeloste vraagstukken (Amsterdam [1853]); De bouwvallige allopathie en de apothekers vergiften vervangen door de natuurgeneeskunde. Vrij vert. uit het Duitsch. (Amsterdam [1858]); Bern. Hirschel, Proeve eener geschiedenis der watergeneeskunde. Uit het Hoogd. vert. 1e stuk (Amsterdam [1859]); W. Meinert, Behandeling van de ziekten en verzwakking der mannelijke geslachtsdeelen, uitgaande van het standpunt der natuurgeneesleer. Voorlezingen. Vrij [uit het Hoogd.] vert. (Zutphen 1864); Wenk aan de Maatschappijen tot heil der maatschappij enz. Aanhangsels over natuurgeneeskunde (Zutphen enz. 1865). In 1853 diende hij als curator van Bethesda met zijn medecuratoren een verzoek in Aan de Wetgevende magt van het Koningrijk der Nederlanden (Amsterdam 1853) tot het uitvaardigen van een wet op de uitoefening der natuurgeneeskunde. Zie: Ned. Leeuw IV (1886), 2 (genealogie Jut); Wapenheraut (1905), 401; J.A. Tours, De geneeskundige badinrichting en het herstellingsoord te Laag-Soeren in Eigen Haard (1893); Geertruida Carelsen, Herstellingsoord Laag-Soeren in Eigen Haard (1922), 264; Bibliotheca medica (1930), 22, 188, 193-95, 283, 475. Wijnman |
|