[Jansz., Hendrik]
JANSZ. (Hendrik), geb. te Houtein bij Groningen in 1542, gevonnist te Duinkerken 2 Mei 1570.
Van jongs af was hij matroos ter koopvaardij, en voer voornamelijk op schepen die naar Oostland zeilden. In 1569 lag zijn schip in het Vlie en werd door de Watergeuzen aangehouden; admiraal Dolhain preste Hendrik Jansz. als stuurman op zijn vloot. Hij moest wel toegeven, maar weigerde den eed af te leggen. Toen de vloot der Watergeuzen in de eerste dagen van Oct. 1569 voor Emden voor anker kwam, vluchtte hij van zijn schip weg en verborg zich bij vrienden in de stad. Maar den volgenden dag werd hij door dezen gedwongen weer aan boord terug te keeren, omdat de graaf van Oostfriesland anders hun goederen in beslag zou nemen. Nu mocht Hendrik Jansz. nooit meer voor de Watergeuzen aan land komen, als zij ergens een haven aandeden; zij waren bang dat hij nog eens zou vluchten. In April 1570 werd hij door visschers van Duinkerken gevangen genomen en daar binnen gebracht. Op 25 April werd hij verhoord, en daar op 2 Mei 1570 gehangen.
Zie over hem: Rijksarch. van België te Brussel, Audience, 1696, z.p.
Vogels