[Jansz., Derck]
JANSZ. (Derck), geb. in Lemmer, gevonnist te Groningen einde Dec. 1571.
Hij was in het begin der troebelen naar Oostfriesland uitgeweken. In den zomer 1571 werd hij in Emden, voor de Nieuwe Poort, aangenomen om met zijn schuit tien Watergeuzen naar Marienhove te brengen. Daar aangekomen, dwongen de zeeroovers hem om hen verder naar het schip van kapitein Nicolaas Ruychaver te varen; daar werd ook hij als matroos aangenomen. Zijn schuitje werd aan de boot der Watergeuzen gebonden en men zeilde naar het Vlie en verder naar Dover. Later weer op de Eems terug gekomen, liep hij van het schip van Ruychaver weg en diende vervolgens op de schepen van Bartold Entens en Jan Claesz. Spiegel. Op Ameland viel hij den Spanjaarden in handen, werd naar Groningen gezonden en daar 20 Dec. 1571 verhoord.
Zie over hem: Rijksarch. van België te Brussel, Secr. d'Etat Allemande, 193, 193vo.
Vogels