I.
[Iddekinge, Pieter Govert van]
IDDEKINGE (Pieter Govert van), geb. te Groningen in 1755, overl. aldaar 23 Mei 1821, was de tweede zoon van Anthony Adriaan (dl. IV, kol. 793) en Quirina Jacoba van Persijn.
Hij werd in 1773 luitenant der infanterie, maar verkreeg als zoodanig in 1776 ontslag, daar hij benoemd was tot secretaris der stad Groningen. Uit dit ambt nam hij in 1781 ontslag. Wij vinden hem eerst weder in 1789 als gezworene en ook als zoodanig nam hij in 1794 ontslag. Hij was oranjegezind.
Op 19 Juli 1805 benoemde de raadpensionaris Schimmelpenninck hem tot een der 5 leden van den raad van financiën van het departement Groningen. Hij bleef dit tot de departementale besturen na de komst van koning Lodewijk op fransche leest geschoeid werden. Hij werd 8 Mei 1807 benoemd tot assessor in het departement Groningen en, onder de inlijving bij Frankrijk, 19 Mei 1811 lid van den conseil préfectoral van het departement Ems occidental; daarna, 10 Jan. 1814, raad bij het generaal commissariaat van dat departement, nu Wester-Eems. Op 29 Aug. 1814 werd hij benoemd tot lid der Provinciale staten van Groningen, maar werd geen lid van Gedeputeerde staten, hoewel zijn drie vorige ambten daarmede gelijk stonden. Maar 1 Sept. 1815 werd hij benoemd tot lid der Tweede Kamer. Hij werd geregeld herkozen en bleef dit tot zijn overlijden.
Hij huwde in 1776 Engelina Berchuys, geb. in 1758, overl. 30 Mrt. 1842, bij wie hij een dochter had.
Ramaer