van Willem graaf van Henegouwen. Den 13. Mrt. 1331 trad hij te zamen met Adolf bisschop van Luik, Lodewijk graaf van Loon en Chiny, Hendrik van Leeuwenberg en Arbold van Steyn als scheidsman op en deden deze heeren uitspraak in een twist, ontstaan tusschen Dirk II en Jan I van Heinsberg i.z. hun vaderlijke erfenis. In 1333 droeg hij den hertog van Brabant zijn heerlijkheden van Heeze en Leende ter leen op. De feodale afhankelijkheid, aan welke hij zich onderworpen bevond ter zake van deze leenopdracht, draalde hij niet te toonen. Toen een nieuwe oorlog was uitgebroken, naar aanleiding van de voogdij over Mechelen, werden alle heeren van onze provinciën onder hun respectieve vaandels opgeroepen. De feudale leenband wees Willem van Horn den rang aan onder de riddervazallen van den hertog van Brabant. Den 31. Mrt. 1336 hechtte hij zijn zegel aan een verdrag, naar aanleiding van deze kwestie gesloten te Termonde tusschen Lodewijk van Male en hertog Jan van Brabant. Den 4. Febr. 1338 was hij te Leuven tegenwoordig op een zeer talrijke vergadering van de voornaamste heeren des lands. En 3 Dec. 1339 stond hij aan het hoofd van den adel van Brabant bij het sluiten van het eeuwig alliantie-verdrag te Gent tusschen Jan hertog van Brabant en Lodewijk graaf van Vlaanderen. Het testament van Willem IV is gedagteekend Zondag na St. Remigius (1 Oct.) 1342; hij stierf in het volgend jaar (1343). Hij had in eerste huwelijk getrouwd, in 1315, Oda vrouwe van Putten en Strijen, dochter van Nicolaas heer van Putten en Aleida vrouwe van Strijen. Als tweede echtgenoote wordt genoemd: Elisabeth of Ermgardis, dochter van Dirk VIII, graaf van Cleef en van Margaretha dochter van Everard van Habsburg, graaf van Kyburg. Aangaande dit tweede huwelijk hebben wij het volgende op te merken: Robert Scholten noemt in zijn stamtafel der graven van Cleef deze dochter niet, wel Ermgardis, echtgenoote van Gerard I van
Horn, dochter uit het eerste huwelijk van Dirk VIII graaf van Cleef. Wij wagen de onderstelling, dat de verschillende genealogen over de heeren van Horn hier Willem's stiefmoeder als zijn tweede echtgenoote hebben vermeld, zoodat zoodoende verwarring is ontstaan, te meer ook, omdat deze (vgl. artikel Gerard I) in 1350 nog in leven was. Uit het eerste huwelijk werden de volgende kinderen geboren: Gerard II (vgl. eigen artikel); Johanna, erfgename van Gaesbeek, Putten en Strijen (overl. 4 Juli 1356), gehuwd met Gisbert van Abcoude, heer van Wijk bij Duurstede; Oda, echtgenoote van Jan van Duivenvoorde, heer van Polanen, de Leck en Breda (overl. in 1377); Maria, echtgenoote van Jan van Arkel, heer van Heukelom (overl. in 1352); Beatrix, priorin van Auderghem bij Brussel; en Aleidis, abdis van het klooster van Keizerbosch. Hij had uit het tweede huwelijk: Willem V (die volgt); Dirk, heer van Perweys en Cranenburg, huwde met Catharina Berthout, vrouwe van Duffel, Waelhem, Herlaer, Gheel en Oosterloo, (overl. in 1380); hij is de stamvader der heeren van Perweys; Arnold, aartsdiaken van het bisdom Utrecht, bisschop van Utrecht (1371-78) en vervolgens prins-bisschop van Luik (1378-89) (overl. 8 Mrt. 1389); zijn stoffelijk overschot werd naar Horn vervoerd en in den familiegrafkelder in het klooster van Keizerbosch ter aarde besteld; Everard, kanunnik der kerk van Keulen; Dirk Loef, heer van Beaucignies, Montcornet, Weert, Heeze, Leende en Herstal