Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 372]
| |
1751 in de Duitsche Orde in de Balije Alde Biesen te Maastricht, werd in 1764 commandeur der commanderie Ordingen en Aschaffenburg, welke laatste functie hij behield tot aan zijn dood. In 1768 wordt hij vermeld als commandeur van St. Petersvoeren en in 1770 te Bernissen bij St. Truijen. Terzelfder tijd was hij ook financieel administrateur der Balije Alde Biesen, samen met den commandeur Horneck van Weinheim. Eveneens was hij geheime raad en luıtenant-generaal, veldmaarschalk van den keurvorst van Mainz, alsook kolonel-commandant van diens gardetroepen, luitenant-kolonel der cavalerie en kamerheer van den Keizer. Vermoedelijk op doorreis zijnde, overleed hij te Heerlen 25 Mrt. 1793. Zijn stoffelijk overschot werd met voorkennis van den heerlenschen schout Lamberts onmiddellijk na zijn overlijden naar het kasteel Hoensbroeck overgebracht. Zie: Egidius Slanghen, Het markgraafschap Hoensbroeck (1859), 162; Louis de Crassier, La Commanderie de Fouron-Saint-Pierre in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg XLI (1905), 283-286 en de daar aangehaalde bronnen; J.M. van de Venne, Frans Hendrik, markies van Hoensbroeck, Duitsch Ordens Ridder (1727-93) (bijdrage in den Feestgids bij gelegenheid van de plechtige inauguratie van het kasteel Hoensbroeck aan Christus-Koning op Zondag 25 Aug. 1929, blz. 80-81); zijn doopakte in het doopregister van Hoensbroeck. Verzijl |
|