Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

[Hochstade, Koenraad graaf van]

HOCHSTADE (Koenraad graaf van), overl. te Keulen 28 Sept. 1261. Zijn vader was Lotharius graaf van Hochstade, Wickerade, Ahr en Daelhem; als zoon van den graaf van Daelhem kunnen wij hem als onzen landgenoot beschouwen. In 1238 werd Koenraad aartsbisschop van Keulen, hij was toen proost der keulsche domkerk en kanunnik te Luik. Hem viel de eer te beurt, drie Keizers te mogen kronen, o.a. den Roomsch-koning Willem, graaf van Holland. Koenraads naam is onafscheidelijk aan Keulen verbonden, omdat hij den grondsteen heeft gelegd van den wereldberoemden keulschen dom. Hij heeft

[p. 366]

met ons land in nauwe betrekking gestaan; hij wijdde o.a. twee nieuwe altaren in de Munsterkerk te Roermond en trof met den hertog van Brabant een vergelijk over het graafschap Daelhem, dat zijn vader in 1229 had verloren. Hij kreeg het recht er een sterken burcht aan te leggen. Hij overleed te Keulen en werd in den nieuwen dom begraven.

Zijn portret als graffiguur is in den Dom te Keulen.

Zie: Habets, Gesch. v.h. bisdom Roermond I.

Kleijntjens