[Hasselt, André Henri van]
HASSELT (André Henri van), geb. 14 nivôse an 13 (4 Jan. 1805) te Maastricht, gest. 1 Dec. 1874 te St. Joost-ten-Noode, bij Brussel, dichter, zoon van Henri Lambert, pruikenmaker, en Anne Judith Roberts.
André studeerde aan het athenaeum zijner geboortestad met onderscheiding en vervolgens letterkunde en rechtsgeleerdheid aan de hoogescholen van Luik en Gent. Hij promoveerde te Gent in de rechten den 6en Juli 1827, zette daarna wederom de studie der letteren en kunsten te Luik voort, en keerde dan naar zijn geboorteplaats terug, waar hij zich meer aan poëzie en muziek dan aan rechtzaken wijdde. Uit zijn studententijd is er een gedicht in het Nederlandsch, een dithyrambe, getiteld De Zon of de Morgen, Waterloo en de Eeuwigheid, gedrukt te Rotterdam in 1825. En tijdens zijn verblijf in het ouderlijke huis - in afwachting van een ambt in de zuidelijke provinciën des Rijks, dat hem als litterator zou aantrekken - ontstonden de Primevères, nadien verschenen te Brussel in 1834. Intusschen brak de belgische opstand uit, waarbij Maastricht met het zuiden niet meeging. Eerst den 23en Mei 1833 vertrok André van hier naar Brussel, voorgevende naar Luik, en keerde niet meer terug. Hij voegde zich in Brussel bij zijn geestverwanten en kreeg regeeringssteun toegezegd. Sedert de maand Augustus d.a.v. nam hij in de bibliotheek van Bourgogne deel aan de quasiofficieele werkzaamheden, welke die van de in 1834 opgerichte Commission royale d'histoire zijn voorafgegaan. Tot een vast salaris kwam het nochtans niet, totdat hij met de uitvoering van de in 1842 gereorganiseerde inspectie der lagere scholen belast en daarna tot inspecteur van het lager onderwijs benoemd werd. Sinds 15 Dec. 1837 was van Hasselt correspondent van de academic van Brussel en bij de verandering van dat genootschap in 1845 in de Kon. academie van België werd hij bij koninklijke benoeming lid van de afdeeling letteren. Ook van fransche zijde werden zijn letterkundige verdiensten in 1852 door den Keizer erkend. Van Hasselt is een buitengewoon vruchtbaar dichter en schrijver geweest, bijna uitsluitend in de fransche
taal, een publicist niet alleen van oorspronkelijk werk, maar ook van overzettingen uit velerlei talen,in tijdschriften en boekwerken, publicaties van letter- en geschiedkundigen aard, ook op het gebied der oude kunst, alleen of in samenwerking met J.B. Rongé, H.G. Moke, Ed. Fétis en L. Jéhotte. Er zijn schoolboeken van Charles André d.w.z. van Charles Hen en André van Hasselt. Zijn gebundelde werken, verschenen te Brussel in 1876-77, omvatten 10 deelen, 5 dln. poëzie en 5 dln. proza. In het laatste deel is ook Het gulden boeksken, gedichtjes voor kinderen (grootendeels vertalingen) opgenomen, benevens eenige verspreide nederl. gedichten. Zijn meest bekende dichtstuk is het epische Les quatre incarnations du Christ, gedrukt te Brussel in 1867 en te Namen in 1872. In het nieuwe koninkrijk België was van Hasselt de eerste, die een bundel fransche gedichten, de voormelde Primevères, in 1834 uitgaf. Men roemt hem nog als den besten belgischen dichter