[Harinxma, Ernst van]
HARINXMA (Ernst van), geboortejaar onbekend, overl. 1631, jongste zoon van Homme van Harinxma en Doedt van Mockema, uit den tak der Harinxma's van Hettinga, thans Harinxma thoe Slooten, huwde 24 Aug. 1606 met Tieth van Botnia te Bozum. Hij werd 4 Mei 1597 raadsheer in het Hof van Friesland, in 1619 was hij presideerend raadsheer, en ‘politique gecommitteerde’ ter synode van Dordrecht. Hij was het, die zich beklaagde over Johannes Bogerman wegens diens eigenmachtig optreden. L. van Aitzema maakte op hem een gedicht.
Zie: Stamboek van den Frieschen Adel I, 151, II, 94; Naamrol der Raden 's Hofs van Friesland, 30, 36; Charterboek van Friesland IV, 963; Winsemius, Chronyck van Vrieslandt, 901, 906, deze noemt hem Ernst van Harinxma van Donya; J. Sickenga, Het Hof van Friesland gedurende de zeventiende eeuw (Leiden 1869), 163.
Wumkes