[Hansen, Carel Lodewijk]
HANSEN (Carel Lodewijk), schilder en etser, werd in 1765 te Amsterdam geboren en overl. te Vaassen 8 Juli 1840. In 1794, ongeveer 30 jaar oud, was hij lid van het S. Lucasgilde te Haarlem; P. Barbiers Fz. is zijn leermeester geweest. Vriendschapsbanden verbonden hem omstreeks 1792 met Jac. Smies, die bijna van denzelfden leeftijd was; wellicht woonde hij toen dus reeds te Amsterdam. Zeker is, dat hij in 1806 aldaar woonde. Hij nuwde met Johanna van Geenhuyzen; zijn zoon Lambertus Johannes (die volgt), geb. in 1803, was ook schilder. In 1813 kreeg C.L.H. de gouden medaille van Felix Meritis in de afdeeling stadsgezichten en hij was ook lid van de Academie te Amsterdam. In 1816 werkte hij aan een panorama van den slag van Waterloo, dat in dat jaar in verschillende steden te zien was. H. schilderde vooral landschappen en stadsgezichten en werkte o.a. in Drente; hij beeldde ook het Rapenburg te Leiden bij de ramp van 1807 af. Als etser kennen we drie reeksen van landschappen van hem o.a. uit Drente, Bergen, in de buurt van Haarlem; een exemplaar van zijn etswerk bevond zich in de verzameling van J. van Buuren, dat in 1808 in den Haag verkocht werd. Ook lithografeerde hij een reeks van zes landschappen naar de natuur. Teekeningen van zijn hand bevinden zich o.a. te Haarlem (Teyler) en in de Albertina te Weenen. Naar zijn ontwerpen maakten prenten: F.C. Dietrich, L. Portman, F.B. Waanders.
Zijn geteekend zelfportret bevindt zich in