[Ghoor, Daniël van (4)]
GHOOR (Daniël van) (4), heer van Aldenghoor, overl. 7 April 1451, zoon van Arnold (1) (die voorgaat) en van Catharina van de Weijer. Hij ruilde 10 Juni 1428 met Willem van den Bongart zijn hoeve Ophoven in het land van Born tegen de hoeve of het huis Aldenghoor bij Haelen. Daar dit beide leengoederen waren, moesten zij wederkeerig verheven worden. Dit geschiedde 26 Juni van genoemd jaar voor Frederik graaf van Meurs en Saarwerden, heer van Born en momber van het land van Horn. Daniël was gehuwd met Gertrudis van Caldenbroeck (kasteel te Grubbenvorst) (overl. in 1472), dochter van Alard Fleck of Vlecke van C. en van Elisabeth (of Lijsbeth) van Tegelen. Deze Gertrudis werd in 1414 als erfgename haars vaders met Caldenbroeck beleend, behoudens haar moeder Lijsbeth den lijftocht. Zij ligt met haar man in de kerk van Haelen begraven. Hun kinderen waren: Alard, stichter der linie Caldenbroeck, daarmede beleend 1442, 1465 en 1473, overleed vóór 14 Juni 1489 en huwde met Bela van Kessel, dochter van Sibert en Bela van Krieckenbeck; Arnold (2) (die voorgaat); Johanna, echtgenoote van Godart van Bockholtz; Catharina, gemalin van Gerard Haex In der Heggen, wonende te Thorn; en Elisabeth, priorin der Munsterabdij te Roermond.
Zie: E. Slanghen, Het graafschap Horn. De leengoederen Ghoor, Warenberg, Aldenghoor en Nunhem in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg XVI (1879), 31-34; Louis de Crassier, Comté de Hornes. Cour féodale et nouvelles seigneuries in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le Limbourg LXV (1929), 388-389 (waar de grafsteen staat beschreven); over Caldenbroeck Maasgouw (1901), 48, 51-52.
Verzijl