1503 gehuwd met Adelheid (of Aleid) Schenck van Nydeggen, erfgename van Arcen, Velden en Schandelo (overl. 21 Dec. 1555, dochter van Wijnand en van Johanna van der Donck), die hem de volgende kinderen schonk: Wijnand, kanunnik te Aken en pastoor van Arcen; Karel, kanunnik te Xanten; Dirk, heer van Arcen, Velden en Schandelo, onmondig beleend met Grunsfoort 1 April 1528, in 1555 en 1565 vermeld op de twee eerste riddercedulen van het Overkwartier (overl. in 1580), was gehuwd met Frederika van Heeckeren genaamd Rechteren (overl. op het kasteel Enghuizen te Hummelo in 1577), gescheiden in 1561; hij werd in 1564 onder curateele gesteld; Valenus of Philenus, heer van Walbeeck, was op het gericht te Barneveld in 1552, stond in hetzelfde jaar op een riddercedule van het Overkwartier, kwam in 1561 in proces met zijn stiefbroeder Caspar van der Lippe genaamd Hoen, over Grubbenvorst, waarmede zij beiden als erfgenamen van hun moeder in 1560 waren beleend; in 1562 had hij nog een proces met zijn broeder Dirk en in 1564 met den graaf van Meurs; Anna, huwde volgens huw. vw. van 1517 met Johan van Quadt, heer van Wyckradt; Catharina, werd 29 Nov. 1559 na den dood harer moeder met haar aandeel aan Grunsfoort beleend; zij huwde eerst Hendrik van Stepraedt, heer van Ewijck en Doddendael, drost van Wageningen en burgemeester van Nijmegen (overl. in 1555), hertrouwde Gerard van Eys, heer van Beusdael; Johanna, non in het Benedictinessenklooster Neuwerck bij München-Gladbach.
Zie: Kneschke, Adelslexicon III, 473; H. Ferber, Geschichte der Familie Schenck von Nydeggen, insbesonder des Kriegsobristen Martin Schenck von Nydeggen (Köln und Neusz 1860); Maasgouw (1890), 74, 89, 95; H.M. Werner, Geldersche kasteelen (Arnhem 1905) I, 57-63; Nijhoff, Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland VI, 287, 356, 357, 371, 381, 531.
Verzijl