want op 11 Maart hadden aldaar tusschen hem, de schepenen van Elsloo, Tysken op den Halle, Vaesen Dullens, Reyncken Custers, Willem Vullaers, bode van Geul, en den secretaris van Elsloo Joannes Rivius, besprekingen plaats, aangezien het gerucht ging, dat graaf Lodewijk van Nassau met krijgsvolk in het land van Valkenburg, waartoe Elsloo behoorde, lag, en de inwoners van die plaats voor schade vreesden. Den 15. Maart 1574 verbleef een gedeelte van de troepen van genoemden graaf te Elsloo. Van 17 tot 21 Febr. 1575 waren te Elsloo en te Stein de compagnieën van den ritmeester Hortensius d' Armengol ingekwartierd. Omstreeks dezen tijd bevond heer Jan zich op zijn kasteel te Diepenbeek, en moest de bode Jannen Cartels naar die plaats gaan, om zijn heer te berichten, dat het krijgsvolk, dat te Groot Meers (toenmaals onder Stein behoorende) en in het land van Valkenburg lag, over de Maas zou trekken. Den 4. April 1575 stelde hij in plaats van Lemmen Houben, die op Palmavond, Zaterdag den 26. Maart, jammerlijk buiten de Hochterpoort te Maastricht doodgestoken was, Peter Schalcken van Cleynen Mesch tot schepen zijner heerlijkheid Elsloo aan. Jan van Gaveren bezat ook een huis te Maastricht, in de Kapoenstraat, genaamd den Trepoel, hetwelk in 1576 verborgd was aan Jan Stael voor 1200 gulden brabants. Dionysius van Suetendael, waard in de herberg In de Kroon, gelegen aan den noord-oostenlijken hoek van het Vrijthof te Maastricht, die ook wijnhandelaar in het groot en stadsbetaalmeester was, had in 1574 veel geld van hem te vorderen wegens geleverde wijnen enz. Jan van Gaveren was gehuwd met Anna de Harchies (of de Herschie), vrouwe van Bellignies, welk huwelijk volgens Goethals kinderloos was. Maar H.F. Macco vermeldt in zijn werk Aachener Wappen und Genealogiën II, 58 een dochter van Jan van Gaveren, heer van Elsloo, die met Jan Pael, schepen van
Maastricht, was gehuwd.
Zie: J.L. Meulleners, Legertochten tusschen Maastricht en Mook sedert 1568 tot 1575 en gelijktijdige belastingen en inkwartieringen te Elsloo in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg XXV (1888), 185, 220, 223, 235, 238, 243, 254, 255, 276, 278, 286, 287, 294, 298, 347, 352; J. Schaepkens van Riempst, Eenige bijzonderheden omtrent straten, pleinen en bewoners van het oude Tricht in Publ. etc. XLIII (1907), 200-201, 339; F.V. Goethals, Dictionnaire généalogique et héraldique des familles nobles du royaume de Belgique (Bruxelles 1849) II, 398-400; deze noemt in zijn genealogie van Gavre Jan en Nicolaas van Gaveren, o.i. geheel ten onrechte als broeders van Conrard (1).
Verzijl