[Elsloo, Arnold van (2)]
ELSLOO (Arnold van) (2), in oorkonden vermeld 1176-1218. Hij was in 1176 een der vazallen van Philippus, aartsbisschop van Keulen; in 1178 was hij getuige van genoemden aartsbisschop, toen deze de overdracht van het patronaat der kerken van Baelen, Doverden en Affeden door Hendrik III van Limburg, aan de kerk van Rolduc bevestigde; en in 1202 bezegelde hij te zamen met zijn broeder Herman een oorkonde van genoemden Hendrik III van Limburg, door welke deze aan de kerk van Rolduc het vrijgoed gaf, dat hij bezat tusschen het bosch genaamd Specholz en den weg, die van Aken naar Heerlen voerde. In 1206 verscheen hij onder de groot-vazallen, die het vredesverdrag tusschen Lodewijk graaf van Loon en Hendrik hertog van Brabant bezegelden. In 1215 was hij een der talrijke getuigen, die de brieven bevestigden, door welke Hendrik III hertog van Limburg aan het hospitaal der Johanniters de hoven van Mechelen (bij Wittem) en Uphoven overdroeg. In 1217 verkocht hij aan het klooster Herckenrode het patronaat der kerk van Othee en de tiende van deze plaats, welke goederen hij te leen hield van den graaf van Hochstaden. In 1218 werd deze verkoop opnieuw bevestigd. In hetzelfde jaar was hij, met zijn broeder Herman, getuige van Lodewijk graaf van Loon, toen deze aan het klooster van Herckenrode de tienden van Hasselt, Kermat, Curingen en Stockrode schonk en ook van denzelfde, toen deze in genoemd jaar den afstand der tienden van Corswarem, Hundelingen en Welze door Robert van Corswarem aan voormeld klooster bevestigde.
Zie: A. Fahne, Geschichte der kölnischen, ülischen und bergischen Geschlechter, 93; Quix, Beiträge zu einer hist. top. Beschreibung des