academiedrukkers benoemd. Het tractement, dat zij eerst verhoogd wilden zien, bleef ƒ 300. Zij kregen de leverantie van de boeken voor de bibliotheek, maar moesten ‘de Orientaelsche druckerye, gekomen van wylen prof. Erpenius, koopen ende binnen de stad Leyden ten dienste ende tot lustre van de Universiteit houden’. Hoewel nog jong, slaagden zij er in de traditie van de Elseviers voort te zetten en gaven zij verschillende werken in het licht, die tot de mooiste voortbrengselen van de persen van het huis Elsevier behooren.
De samenwerking tusschen de beide deelgenooten heeft slechts twee jaar geduurd. Daniël verliet Leiden en werd in de zaak van zijn oom Lodewijk (3) E. te Amsterdam opgenomen.
Johannes koos toen als medewerker een zekeren Karel Gerstecoren. Dezen plaatste hij waarschijnlijk aan het hoofd van zijn boekhandel, de zorg voor de drukkerij nam hij zelf op zich. Hij schijnt in 1658 plannen gehad te hebben om de drukkerij uit te breiden, zooals uit zijn verzoek aan Curatoren valt op te maken. Zijn bedoeling schijnt meer geweest te zijn de zaken te beperken, door den boekhandel op te heffen en zich geheel aan de drukkerij te wijden. Vijf maanden na de indiening van dit verzoek, Febr. 1659, hield hij een eerste verkooping van zijn boeken, in 1660 door een tweede gevolgd. Zijn verdere plannen heeft hij niet kunnen volvoeren. Hij overl. op 8 Juni 1661.
Johannes was op 9 Juli 1647 gehuwd met Eva van Alphen. Uit dit huwelijk zijn 4 kinderen geboren, waarvan 2 zoons, Daniël en Abraham (2).
Zijn weduwe zette de zaken voort onder de firma: De weduwe en erfgenamen van Johan Elsevier. Zij werd 7 Nov. 1661 tot academiedrukker benoemd, op voorwaarde dat zij de werken, begonnen door haar man, zou afmaken. Zij ging voort met de boeken die nog voorhanden waren te verkoopen. In 1661 liet zij de boeken, die in het filiaal in den Haag aanwezig waren, verkoopen. Uit de registers van het boekverkoopersgilde blijkt dat zij in Mei 1665 nog een verkooping deed houden. Zij schijnt haar werkzaamheid verder beperkt te hebben tot de opdrachten als academiedrukker en tot het drukken voor rekening van anderen. Tegen het midden van 1681 trok zij zich uit de zaken terug en droeg deze over aan haar zoon Abraham (2). Zij overl. 18 Maart 1695.
Zie: Ch. Enschedé, De drukkerij van Johannes Elsevier in 1658 (Amst. 1896), overdr. uit Nieuwsblad voor den boekhandel, en de literatuur bij Elsevier (geslacht).
Hoogeveen