[Elsevier, Jacob]
ELSEVIER (Jacob), derde zoon van Matthijs en van Barbara Lopes, geb. te Leiden in 1597, werd, 14 jaar oud, 19 Febr. 1611 ingeschreven als student in de letteren aan de universiteit. Aanvankelijk was hij werkzaam bij zijn vader. Op 10 Oct. 1621 vertrekt hij naar den Haag, waar hij den boekhandel van zijn oom Lodewijk (2) en door dezen nagelaten aan Bonaventura E. overneemt voor 240 gulden. In 1625 sluit hij met Bonaventura en Abraham (1) een overeenkomst voor den verkoop van hun uitgaven. Hij ontving een korting van 20% op den winkelprijs. Er bestaan slechts 2 uitgaven die den naam van Jacob als uitgever dragen, n.l. Daniël Heinsius, Homilia in locum Johannis cap. XVII vers 9. Lugduni Batavorum, sumptibus Jacobi Elzevirii, 1625. 12o. Dit werkje is gedrukt door Isaäc, voor rekening van Jacob. Dit is ook het geval met het 2e werkje, Albert Girard, Table des sinus, tangentes et sécantes, etc., à la Haye, chez Jacob Elzevier, 1626 (ook 1627 en 1629) 12o. In 1636 trok hij zich uit den handel terug en werd rentmeester van Floris van Palland, graaf van Culemborg. Op 21 Mei 1639 nam hij uit deze betrekking ontslag, om in den krijgsdienst te treden. Men weet niet in dienst van welke mogendheid hij den rang van kapitein verkreeg. In 1651 was hij gevestigd te Gensingen, in de Palts. De plaats en datum van zijn overlijden zijn onbekend.
Voor literatuur zie: Elsevier (geslacht); ook Kossmann, Binnenhof (1932), reg. i.v.
Hoogeveen