[Dijckmeester, Mr. Johannes (2)]
DIJCKMEESTER (Mr. Johannes) (2), geb. te Tiel 29 Juli 1808, overl. te 's Gravenhage 10 Juni 1850, was de tweede zoon van Mr. H.J. Dijckmeester (dl. IV, kol. 546) en A.E. van Omphal.
Hij studeerde te Leiden, waar hij 18 Sept. 1826 werd ingeschreven. Als korporaal bij de vrijwillige jagers der leidsche hoogeschool maakte hij den Tiendaagschen veldtocht mede. Hij promoveerde 19 Nov. 1831 in de rechten op een dissertatie De decimandi juris historia recentiori. Hij werd advocaat te 's Gravenhage, werd 19 Jan. 1834 benoemd tot substituut van den officier bij de rechtbank van eersten aanleg te Gorinchem en werd bij de vorming der provinciale gerechtshoven op 16 Sept. 1838 met ingang van 1 Oct. tot advocaatgeneraal bij dat van Gelderland te Arnhem benoemd.
Hij huwde 27 Mei 1835 Lidia Christina Adelaïde Canneman, geb. 7 Febr. 1813, overl. 1 Juni 1881, bij wie hij een zoon, oudcommissaris der koningin in Zeeland, en twee dochters had.
Ramaer