[Druyvesteyn, François Constantijn Willem]
DRUYVESTEYN (François Constantijn Willem), geb. te Alkmaar 28 Dec. 1782, overl. aldaa r 10 Aug. 1859, was de zoon van Mr. François David Constantijn Druyvesteyn en Johanna Maria van Vladeracken.
Hij werd in 1808 lid van de vroedschap van Alkmaar, in 1811 lid van den municipalen raad dier stad, in 1815 lid van den stedelijken raad en in 1818 stedelijk ontvanger. Ook werd hij in Juni 1816 dijkgraaf van de uitwatering van Kennemerland en West-Friesland.
Op 1 Juni 1825 werd hij in het kiesdistrict Schermerhorn door de eigenerfden gekozen tot lid der Provinciale staten van Holland, en op 4 Juli 1833 kozen zijn medeleden hem tot lid der Tweede Kamer. Op 31 Jan. 1838 werd hij benoemd tot burgemeester van Alkmaar onder eervol ontslag als ontvanger.
Hij ging bij de verdeeling van Holland ingevolge de grondwet van 1840 als afgevaardigde naar Noord-Holland over.
Hij behoorde tot de meest conservatieve leden van de Kamer en stemde bijna altijd met de regeering. Toen hij zag, dat de meerderheid der Staten van Noord-Holland liberaal geworden was, begreep hij, niet herkozen te zullen worden en verzocht, bij zijn aftreding tegen Oct. 1845, niet meer in aanmerking te komen. Hij werd 3 Juli te voren vervangen.
Op zijn verzoek verkreeg hij 11 Jan. 1853 met ingang van 1 Mrt. d.a.v. eervol ontslag als burgemeester.
Hij huwde 28 Oct. 1804 Margaretha Petronella de Lange, geb. 26 Jan. 1783, overl. 12 Oct. 1806, 6 Nov. 1810 Maartje de Wit, geb. 5 Nov. 1790, overl. 12 Mei 1813 en 17 Nov. 1814 Cornelia Adriana Scheltens, geb. 21 Mei 1796, overl. 16 Mrt. 1866. Bij de eerste had hij een zoon, bij de tweede een dochter, bij de laatste 3 zonen en een dochter.
Ramaer