[Cau, Mr. Jan Jacob]
CAU (Mr. Jan Jacob), geb. te Zierikzee 2 Dec. 1750, overl. te Voorschoten 15 Nov. 1836, was de zoon van Isaac Cau en Adriana Agatha van Bueren gezegd van Rechteren.
Hij werd 8 Aug. 1769 te Leiden ingeschreven als student; waarschijnlijk was hij reeds een paar jaren vroeger student geworden maar toen niet ingeschreven, zooals bij velen gewoonte was. Hij promoveerde aldaar 28 Febr. 1771 in de rechten op een dissertatie getiteld De decimis. Hij vestigde zich als advocaat te 's Gravenhage, maar verhuisde nog in het laatst van hetzelfde jaar naar Zierikzee, waar hij tot pensionaris honorair benoemd was. In 1772 werd hij lid van de vroedschap en in 1773 schepen.
In 1778 nam hij ontslag uit zijn betrekkingen en vestigde hij zich op de door hem aangekochte buitenplaats ter Horst onder Voorschoten, waar hij sedert is blijven wonen.
In 1786 werd hij lid van de commissie voor de nationale verdediging, door de patriotsche regeering van de provincie Holland ingesteld. Nadat de stadhouderlijke partij het pleit in Sept. 1787 gewonnen had, werd die commissie opgeheven.
Hij werd, daar het bekend was, dat hij patriot was, 27 Jan. 1796 in elk der kiesdistricten den Haag 1 en 3 tot tweeden plaatsvervanger van het lid voor die districten in de Nationale vergadering gekozen. Wegens bedanken en overlijden had hij voor beide kunnen optreden; hij werd ingevolge loting lid voor den Haag 3. Hij was een der meest conservatieve leden en een der weinige federalisten uit Holland. Hij was een warm voorstander van de aanneming der door de commissie van 21 ontworpen constitutie, die wel door de vergadering aangenomen, maar bij volksstemming verworpen werd.
Wegens zijn federalisme werd hij 2 Aug. 1797 niet herkozen. Sedert heeft hij nooit eenig politiek ambt willen aannemen. Wel was hij hoogheemraad van Rijnland.
Hij was ongehuwd.
Zijn portret is gegraveerd door een onbekend kunstenaar.
Ramaer