digen Gerard v.C., die hem indertijd door Meinold gezonden was, een jaarlang in de geheimen der statuten van zijn Huis in. Na afloop van dit proefjaar zond hij hem goed onderwezen (‘bene instructum’) naar Zwolle terug. Nadat gebleken was dat deze aan alle verwachtingen beantwoordde, werd hij tot eersten rector van het nieuwe fraterhuis gekozen. Hij bleef het rectoraat waarnemen tot zijn dood. Hoever de gehoorzaamheid onder zijn bestuur somwijlen ging, blijkt uit het voorbeeld van Gerard van Loon, kok in het zwolsche fraterhuis, na wiens overlijden - hij is gest. 6 Dec. 1409 - Gerard v.C. getuigde: ‘Had ik hem bevolen zijn beide beenen af te snijden, hij zou het terstond hebben gedaan’. Nog kan worden medegedeeld dat Gerard v.C. heeft meegewerkt ook in de stad zijner inwoning aan de stichting der zusterhuizen Kadeneters of Domus Sanctae Gertrudis (omstreeks 1390), Op de Maat of Op die Maet (vóór 1397) en Buschklooster of Ten Bossche of Mariënbosch (vóór 1401); en buiten de stad aan de stichting der fraterhuizen Domus Sancti Antonii confessoris te Albergen in Twenthe (1406) en Domus Sancti Hieronymi te Hulsbergen bij Hattem (1407). Hij overleed 23 Dec. 1409 aan tering en werd te Windesheim begraven.
Zie: J.G.R. Acquoy, Het klooster te Windesheim en zijn invloed I (Utr. 1875), 89 de aant., 292 aant. 2, II (Utr. 1876), 282 aant. 2, III (Utr. 1880), 126; M. Schoengen, Jacobus Traiecti, Narratio (Amst. 1908), 629 (Register, op ‘Scadde’).
Brinkerink