[Brouwer, Adriaen Woutersz.]
BROUWER (Adriaen Woutersz.) was in 1514 36 jaren oud en sedert 1513 priester en vice-cureit der St. Nicolaes of Nieuwe kerk te Dordrecht. Hij stichtte gedurende zijn dienstvervulling vier huisjes of kameren om godswil, aan het einde van het Steegoversloot, die later ten onrechte genoemd zijn de ‘Kameren van Broer Cornelis’. Deze Broer Cornelis, de befaamde Minderbroeder te Brugge, Cornelis de Geeselaer genoemd, was een natuurlijke zoon van den vice-cureit, die zeker niet, zooals pater Kruitwagen waagt te veronderstellen (dl. IV, kol. 452), een clericus uxoratus was, daar hij volgens de Informacie op de Verponding van 1514, 519, zegt ‘in verbo Sacerdoti.... want hij maer één paesschen de Sacramenten geadministreert en heeft’. In 1555 heeten de huisjes ‘Vier cameren pro deo van den Ouden pastoor in de Nyeukerck’. Balen, Beschr. van Dordrecht, noemt den pastoor blz. 112: 1520 Mr. Adriaen Kornelisz., vader van Broer Kornelis Adriaensz. Minrebroeder en Predikant te Brugge, maar blz. 204 heet hij Mr. Adriaen Kornelis Woutersz. Hij wordt voorts als Adriaen Woutersz., priester, genoemd in een acte van 9 Aug. 1524. In 1522 was Kornelis Oem zijn opvolger, maar in 1544 wordt wederom Mr. Adriaen Brouwer genoemd.
Zie: Balen, Beschr. van Dordr. 112, 204; Informacie, 519.
van Dalen