[Broeckhuysen, Adam van]
BROECKHUYSEN (Adam van), heer van Develstein, geb. in 1682, overl. in Oct. 1748, zoon van Jan en van Justina Elisabeth van Beveren. Hij werd, na den dood zijner moeder, ooms en tantes, bezitter van Develstein; trad in den militairen stand en klom langzazamerhand op tot den rang van luitenant-kolonel en kapitein eener compagnie gardes te voet. Hij diende zijn vaderland in de oorlogen met Frankrijk, tusschen 1700 en 1748 gevoerd. Hij had in 1706 deel genomen aan de overwinning van Ouwerkerk en Marlborough bij Ramillies en in 1709 was hij in den slag bij Malplaquet. Later maakte hij eenige veldtochten onder den prins van Waldeck mede. Nadat hij in 1748 zijn compagnie, onder zekere voorwaarden, aan Frederik Christoph, graaf van Degenfeld-Schonburg, had overgedragen, overleed hij in October van datzelfde jaar. Van Broekhuysen was veelzijdig ontwikkeld. Hij beoefende de dicht- en schilderkunst, muntte uit als mechanicus, wis- en natuurkundige en vooral als vestingbouwkundige. Ook als geschied- en oudheidkundige heeft hij zich verdienstelijk gemaakt. Onder zijn nagelaten papieren, vond Schotel een m.s.: Beschrijving van Develstein, van het aloude Graafschap Strijen, van de Heeren van Breda en vele andere dergelijke opstellen. Verder ook nog de volgende stukken van zijn hand: Explicatio veterum verborum ex notis Arnoldi Buchelii etc. en Verzameling der onverslaanbaare woorden, die men in de oudste Diplomata of Lateinse Machtbrieven vind met de Verklaaring daarbij gesteld om dezelve in haeren regte sin te kunnen verstaen. Ook was hij bedreven in de geslacht- en wapenkunde, en tevens een vlijtig beoefenaar der latijnsche en grieksche talen. Hij was eveneens een goed miniatuurschilder en stelde in 1700 een Inleydinge tot de Miniatuurschilderkonst op; maar, noch deze
inleiding, noch zijn verhandeling over het maken en gebruik der gekleurde cryonnen, noch zijn memorie om allerlei beestjes en insecten op te zetten en te bewaren, heeft hij kunnen besluiten door den druk algemeen bekend te maken. Toen hij in Maastricht in garnizoen lag, leverde hij een Beschrijving der stad Maastricht, welke beschrijving in 1906 door wijlen A. Flament, rijksarchivaris in Limburg, is uitgegeven.
Zie: G.D.J. Schotel, Geschied- en Oudheidkundige ontspanningen (Utrecht 1840), 71-72; A.J.A. Flament, Beschrijving der stad Maastricht, door Adam van Broeckhuysen, Luitenant-kolonel, enz. te Maastricht, begonnen in Juli 1731, met inleiding en aanteekeningen, in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le Limbourg XLII (1906), 3-80.
Verzijl