[Block, Cornelis]
BLOCK (Cornelis), ook, maar ten onrechte, Cornelis Beeck of van Beeck genoemd, overl. 11 Dec. 1553, zoon van Gielis Block, deken van het ‘Zadelaarsgild’ te Utrecht; zijn moeder heette Lysbeth. In 1520 komt hij voor als procurator van het regulierenklooster Domus Beatae Mariae virginis et duodecim apostolorum te Utrecht, welk ambt hij twaalf jaren later verwisselde voor het prioraat, dat hij tot zijn dood bekleedde. Ten jare 1544 hield hij naar aanleiding van de woorden ‘Feria pessima comedit eum, bestia devoravit Joseph’ (Gen. XXXVII: 33) voor het generaal kapittel van Windesheim een Concio pro proprietate, waarin hij uiteenzette dat de kloosterlingen geen persoonlijk bezit mochten hebben. Deze kapittelrede, die dus gericht was tegen wie men noemde de ‘proprietarii’, is afgedrukt achter de Constitutiones windesemenses van 1553, evenals de door hem geschreven Tractatulus de simonia religiosorum. Nog schreef hij omstreeks 1535 een kroniek van zijn klooster, veel bijzonderheden bevattende over het utrechtsche schisma (1423-1450); zij berust sedert 1882 in handschrift te Utrecht in de universiteitsbibliotheek en werd in 1895 door J.G.Ch. Joosting uitgegeven (zie opgave hieronder).
Zie: W. Moll, Kerkgeschiedenis van Nederland vóór de hervorming II, 2de st. (Arnh. 1867), 348 (onjuist de daar vermelde tijdsbepaling); J.C. van Slee, De kloostervereeniging van Windesheim (Leid. 1874), 94 aant. 3, 156-157, 306, 317, 323;