zorgen van den prins-bisschop voorkomen was.
Toch was deze, mogelijk ook door zijn ziekelijkheid, in elk geval handelend naar de aanwijzingen van den Keizer, die zijn zegetocht tegen de Gelderschen besloten had met een bezoek o.a. aan Luik, verheugd, dat George van Oostenrijk hem kwam bevrijden van de lasten van het bestuur en hem de gelegenheid geven zich terug te trekken binnen het kasteel van Huy. Volgens een enkele bron in 1543 deed hij, meer waarschijnlijk in het volgend jaar, afstand en, naar het wel heet, met de bedoeling om te huwen, daar zijn broeder Maximiliaan in dat jaar (?) kinderloos overleed. Hij zou daarin dan verhinderd zijn, doordat hij in 1545 zelf ook zou zijn gestorven.
Maar ook hierin zijn de berichten niet eenstemmig. Hoe zou het met dit jaartal ook te rijmen zijn geweest, indien het juist is, dat hij 5 Oct. 1552 aan Maria, zijn zuster, douairière v. Barbançon, het leen van Biesme-les-Melin transporteerde krachtens een contract tusschen hen gepasseerd 1 Febr. 1549. Er zijn dan ook andere bronnen, die Corn. v. Bergen eerst 1560 als sterfjaar geven. Inderdaad is hij in dat jaar ongehuwd en kinderloos gestorven, zoodat de zoon van zijn overleden zuster Maria en van Louis de Ligne, graaf van Barbançon, Jan de Ligne, graaf van Arenberg (zie vorig art.) zijn erfgenaam werd. In de Maasgouw (van 31 Mei 1896) vindt men het wapen van ‘Cornelius v. Berghen’ beschreven.
Zie: behalve de beschreven genealogieën als v. Goethals en in het Annuaire de la Noblesse de Belgique, Nav., Ned. Leeuw (1924), in de Biogr. Nat. d. Belgique met wat er overigens reeds genoemd is in de beide art. Cornelis, afgezien nog van de alg. werken van Blok en vooral Pirenne, Nijhoff en Henne, Gosses en Japikse, Walther, Kooperberg, Theissen e.a. (zie VIII, 1124; vgl. ook aldaar 85); baron de Reiffenberg, Hist. de la Toison d'or; H. Kervijn de Lettenhove, la Toison d'or; vooral W.J.F. Juten, Heeswijk en Dinler in Taxandria 1898; dez., Beschr. v. Bergen-op-Zoom en omstreken (uitg. z.g. v. Prov. Gen. v.K. en W. in N.B.); P. Doppler, De inkomst v. Cornelius v. Bergen in de Maasgouw 1896, 37 en Publ. de Limbourg o.a. 1910, 276, 1927, 411; verder nog, behalve Eigen Haard 1908, 606, 620, Reusens, Anal. pour servir à l'hist. ecclés. de la Belgique III (1866), 127; J. Daris, Hist. du diocése et de la principauté de Liège pendant le XVI siècle (Liège 1884); E. de Marneffe, La principauté de Liège et les Pays-Bas au XVIe siècle (Liège 1887); en nog: Moes en Sluyterman, Ned. Kasteelen en hun historie III; H.
Lonchay, De l'attitude des souverains des Pays-Bas à l'égard des pays de Liège au XVIe siècle (Mém. Cour. du R. de Belg.) (Brux. 1888).
Kooperberg