[Arriëns, Pieter]
ARRIËNS (Pieter), geb. te Herwijnen 7 Januari 1791, overl. te 's Gravenhage 17 Mei 1860, zoon van Mr. Nicolaas, commissaris-expediteur bij het staatsbewind in 1802, en van Catharina Gijsbertha Boellaard van Tuyl.
Hij trad in dienst als cadet bij de marine der Bataafsche republiek in 1802, werd luitenant ter zee in 1808 en als adjudant van den admiraal Ruysch geplaatst te Parijs in 1813. In hetzelfde jaar eervol uit den franschen dienst ontslagen. Weer in nederl. dienst, als luitenant ter zee 1e kl., in 1814. Als adjudant van den vice-admiraal van Capellen woonde hij in 1816 het bombardement van Algiers bij en werd in hetzelfde jaar bevorderd tot kapitein-luit. ter zee. In 1826 op zijn verzoek eervol ontslagen, werd hij in 1830 verbonden aan de opvoeding der koninklijke prinsen. In 1831 bevorderd tot kapitein ter zee, vergezelde hij van 1830 tot 1841 prins Hendrik op verschillende reizen. In 1840 werd hij schout-bij-nacht, en van 1843 op zijn verzoek gepensionneerd.
Hij is tweemaal gehuwd geweest. Eerst te Amsterdam 17 Juni 1818 met Anna Geertruida Tack (1793-1823), dochter van Benjamin en Anna Lincklaen. Daarna hertrouwde hij te Velp 27 Aug. 1825 met Geertruida Albertina barones van Eck van Overbeek (1803-1872). Uit het eerste huwelijk sproot o.a. Nicolaas Anne Theodoor Arriëns, als gouverneur van Sumatra's Westkut in 1870 overleden.
Een portret van den ‘vice-admiraal Arriëns’ is gelithografeerd door C.W. Mieling naar N. Pieneman.
Zie: Ned. Patriciaat IV, 4; Wapenheraut VII, 175; Ned. Adelsboek (1924), 410.
Regt