[Zürcher, Johannes Cornelis]
ZÜRCHER (Johannes Cornelis), hoogstwaarschijnlijk geb. te Nieuwer-Amstel, ged. te Amsterdam in de Nieuwe Kerk 4 Mei 1794, overl. te Nieuwer-Amstel 13 Febr. 1882, graveur. Hij was een zoon van Antoni Zurcher, die voorgaat, en huwde te Nieuwer-Amstel 27 Juni 1824 met Maria Wilhelmina Ludérus (1803-1867), een dochter van Frederik Ludérus, hoofdcommies bij de stedelijke belasting te Amsterdam (zoon van Willem Ludérus, zie dl. VII, kol. 782). Hij noemde zich ‘pennekunstenaar’ en vervaardigde vele schoolkaarten, atlassen e.d. In het Prentenkabinet te Amsterdam bevinden zich van hem een zestal gravures van grafteekens, o.a. van Maarten Harpertsz Tromp (van pl. m. 1820, te zamen met Hoogkamer). Voor Kramm heeft hij eenige bouwkundige platen gegraveerd; deze schrijver deelt ook mede, dat Zürcher in 1828 aan den Overtoom woonde buiten Amsterdam. Later verhuisde hij echter naar Amsterdam, waar hij o.a. geruimen tijd in de P.C. Hooftstraat woonde; tegen het eind van zijn leven vestigde hij zich evenwel aan den Amstelveenschen weg voorbij de Kalfjeslaan in de tegenwoordige gemeente Nieuwer-Amstel. Tot op hoogen leeftijd was hij als graveur werkzaam.
Zijn beide zoons Antonie Fredrik en Fredrik Willem Zürcher gaan voor.
Zie: Doopboeken Amsterdam; C. Kramm, De levens en werken der Holl. en Vlaamsche kunstschilders VI, 1903; Maandschrift De Nederl. Leeuw, 1927. 55.
Wijnman