[Thiel, Petrus van]
THIEL (Petrus van), broer van de beide voorgaanden, geb. 15 Mei 1816 te Beek en Donk, overl. ‘Huize Padua’ te Boekel en begraven op het nieuwe R.K. kerkhof te Donk, zoon van Willem en van Gijsberta van Duijnhoven, was aanvankelijk in de zaak van zijn vader als timmermansknecht, doch begon in 1842, vooral op aansporing van jhr. A. van Riemsdijk, die toentertijd het kasteel te Gemert bewoonde, met het vervaardigen van gesmede spijkers. In korten tijd nam deze industrie een hooge vlucht. In 1872 werd overgegaan tot het vervaardigen van draadnagels. Hetzelfde jaar traden zijn twee jongere broers (zie boven) die met hun oudsten broer sedert eenige jaren de firma ‘Gebroeders van Thiel Spijkerfabriek’ gevormd hadden, uit deze zaak en zette zich in Helmond neer. Op het laatst van zijn leven, toen zijn drie zonen, Willem Marjanus en Gijsbertus reeds in de zaak waren opgenomen, wenschte hij ook nog de klinknagelindustrie te beginnen, doch moest deze uitbreiding der zaken aan de jongere generatie overlaten.
Hij was tweemaal gehuwd: eerst met Hendrika Dekkers, geb. 1831 te Aarle-Rixtel, overl. 27 Febr. 1857 te Beek en Donk, waaruit meerdere kinderen, o.a. de drie bovengenoemde firmanten; hij hertrouwde in 1868 te Aarle-Rixtel met Anna Maria Smits, geboren 1 Mei 1830 te Aarle-Rixtel, overl. 21 November 1923 te Beek en Donk.