[Ramaer, Mr. Pieter Antonie (2)]
RAMAER (Mr. Pieter Antonie) (2), geb. te Zutfen 27 Oct. 1844, overl. te Groningen 24 Jan. 1876, was de oudste zoon van Dr. J.N. Ramaer (dl. IV, kol. 1111) en W.H. Gockinga. Hij was leerling van het gymnasium in zijn geboorteplaats en werd als student aan de universiteit te Leiden ingeschreven 24 Sept. 1861, hij promoveerde aldaar 22 Juni 1868 op een proefschrift, De verhouding van de volksvertegenwoordigers tot hunne committenten in de constitutioneele monarchie. Hij vestigde zich als advocaat te 's Gravenhage en werd 25 Dec. 1870 tot substituut-officier van justitie te Winschoten, 16 Jan. 1875 tot dezelfde betrekking te Groningen en 10 Jan. 1876 in officier van justitie te Winschoten benoemd. De laatste betrekking heeft hij wegens zijn overlijden na een ziekte van enkele dagen niet aanvaard.