Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[p. 1261]

R.

[Raephorst, Joannis de]

RAEPHORST (Joannis de), kartuizer, overl. te Utrecht 20 Nov. omstreeks 1494. Aanvankelijk was hij professus van de chartreuse Dal der Genade bij Brugge. Later, vermoedelijk omstreeks 1458, is hij overgegaan naar het kartuizerklooster Nieuwlicht buiten Utrecht, waar hij een tweede professie heeft gedaan. In zijn tijd bloeide in dit klooster de kunst van het afschrijven en verluchten van boeken. Ook hij heeft in zijn eel de schrijfkunst beoefend. In de utrechtsche universiteitsbiblio-

[p. 1262]

theek wordt een handschrift bewaard, afkomstig uit de librije van Nieuwlicht, dat door hem is vervaardigd in 1458 en volgende jaren. Deze codex (no. 173) bestaat uit 230 bladen folio en bevat een aantal tractaten van zeer verscheiden aard. Of er nog andere door hem geschreven handschriften in deze universiteitsbibliotheek berusten is onzeker. Zijn graf bevond zich in het klooster aan de westzijde van het groote claustrum bij den buitenwand.

[p. 1263]

Zie: Bijdr. en Med. Hist. Gen. Utr. (1886) IX, 308, 339, 356; Catal. codicum mss. Bibl. Un. Rheno-Tr. 1 (1887), no. 173; K. Meinsma, Middeleeuwsche Bibliotheken, 154 en vlg.; A.W. Byvanck, Utrechtsche Miniaturen in Het Gildeboek, Vle jrg.; A. Hulshoff, Uitgaven voor de Boekerij van het Karthuizerklooster te Utrecht in de jaren 1466-1470 in Buch- und Bucheinband, Aufsätze zum 60. Geburtstage von Hans Loubier (Leipzig 1923), 170-173.

Scholtens