[Oudenbosch, Adrianus van]
OUDENBOSCH (Adrianus van), benedictijn geb. in het dorp Oudenbosch (N. Br.), overleed te Luik omstreeks 1482. Hij nam het kloosterhabijt aan in de abdij van Sint Laurentius te Luik 8 Dec. 1440, waar: hij werkzaam was als bibliothecaris en cantor omstreeks 1464, en waarschijnlijk ook als cellier. Hij heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt door het opzoeken van gegevens voor de geschiedenis en het schrijven van kronieken. Hij stond in hoog aanzien te Luik, zooals de gebeurtenissen uit zijn leven aantoonen. Hij trad op als een der afgevaardigden van de geestelijkheid van Luik, 22 Apr. 1470 (Berlière, Inv. analyt. des diversa Cameralia des arch. Vaticanes no. 663). Hij was verbonden aan den persoon van sir Guido de Humbercourt, afgevaardigd veldheer van den hertog van Bourgondië tijdens den opstand der Luikenaars, 1467. Van de historische werken van Adrianus van O. zijn vele verloren gegaan. Ze worden opgesomd in: Revue Bénédictine XII (1895) 485-87. De kroniek van hem, een voorname bron voor de geschiedenis van dien tijd, is uitgegeven door Dom. Martène, Rerum Leodiensium historia sub Johanne Heinsbergio et Ludovico Borbonio episcopis in: Amplissima collectio IV, 1201-1378. C. de Borman gaf opnieuw uit: Chronique d' Adrien d' Oudenbosch (Liège 1903). Het werk werd vertaald in het Fransch door J. Alexandre (Liège 1903). Zijn geschiedenis van de abdij Sint Laurentius 1038-1475 werd eveneens uitgegeven door D. Martène, Amnpl. collectio IV col. 1063-1164. Daris schrijft hem ook toe:
L'histoire de la collégiale d' Incourt, eveneens door D. Martène uitgegeven. Over een brief van hem aangaande de vereering van St. Josef zie Catal. cod. hagiogr. bibl. reg. (Bruxell.) II, 342. Over verschillende aanteekeningen in de handschr. der koninkl. bibl. te Brussel, zie: v.d. Gheyn, Catal. mss. bibl. Brux. II, 297 no. 342, III, 19 no. 310, 64 no. 1662, IV, 20 no. 2529.
Foppens, Bibl. Belg I, 22; de Wind, Bibl. nederl. gesch. I, 87; Biogr. Nat. Belg. I, 85-86, enz. vermelden Adriaan v.d. O., doch zeer beknopt.
Zie: Analectes hist. eccl. XX (1888) 415; Daris, hist. dioc. et princip. de Liège XVe siècle (Liége 1887) 640; S. Balan, Sources de l'hist. du pays de Liége (Brux. 1903), 619-627; Dictionnaire d'histoire et de géogr. eccl. (Paris 1912) I, 633.
Fruytier