lijke gebieden verbrokkeld was, werd het de moeilijke taak der semarangsche gouverneurs om
met behulp der residenten aan de vorstelijke hoven het staatkundig evenwicht te bewaren. Dit kostte hem, naar hij zelf schreef, menigen slapeloozen nacht. In 1765 werd hij afgelost en benoemd tot ord. raad, in welke functie hij het zijne er toe bijgedragen heeft, dat het Z.O. deel van de tegenwoordige afdeeling Banjoewangi, het landschap Balambangan, met het oog op de gevaarlijke nabijheid van Bali, door de Compagnie bezet werd. Ook de vrees, dat de Engelschen ons vóór zouden zijn, bewoog ons in 1767 tot dien maatregel.
Zie: Robidé v.d. Aa in Bijdr. v.d. T.-, L.- en Vk. van Ned.-Ind. V 1881; de Jonge Opkomst XI blz. LXII, waarin zijn Memorie van overgave is opgenomen; Kroniek Hist. Gen. (1882); van Deventer, De Nederl. op Java II (Haarl. z.j.) 198, 230; de Haan, Priangan III (Batav. 1912).
Bartelds