[Moorsel, Adolphus Philippus Caspar van]
MOORSEL (Adolphus Philippus Caspar van), geb. 30 Aug. 1825 te Eindhoven, overl. ald. 8 Sept. 1894, zoon van den gemeente-secretaris Amandus Hubertus M. en van Sophia Johanna van de Ven, werd priester gewijd te St. Michielsgestel 24 Sept. 1849, benoemd tot rector van de latijnsche scholen te Eindhoven Sept. 1849 en tevens tot kapelaan aldaar 3 April 1851. Hij vertrok als missionaris naar Oost-Indië 6 Juni 1864. Na pastoor te zijn geweest in Padang, Batavia, Atjeh en Cheribon, keerde hij 10 Mei 1886 wegens ziekte naar Nederland terug. Hij vestigde zich opnieuw te Eindhoven, als eere-kapelaan van Z.H. Leo XIII en deed als rector dienst in de kapel der zusters van Liefde tot aan zijn dood. In de jaren 1855-56 deed rector van Moorsel veel van zich spreken, doordat hij in die kwaliteit een processie gehouden had binnen de gemeenten Gestel en Veldhoven op 15 Sept. 1855, ten einde een principieele beslissing in deze uit te lokken. Op 25 April 1856 werd bij arrest van den Hoogen Raad verklaard, dat hij had gehandeld in strijd met de wet en werd hij veroordeeld in de kosten van het geding. De behandeling dezer kwestie, alsmede de redevoering door rector van Moorsel voor de rechtbank gehouden, is breedvoerig opgenomen in een Verzameling van al de bescheiden betrekkelijk de kwestie der Godsdienstige oplogten op den openbaren weg, en het verrigten van godsdientige plegtigheden bij de beaarding van lijken ('s Hertogenbosch 1856).
Zie: Taxandria XXVI, 279; Schutjes, Gesch. v.h. bisdom 's Hertogenbosch III, 574-575.
Heeren