[Merlo-Horstius, Nicolaas]
MERLO-HORSTIUS (Nicolaas), geb. te Horst (Lb.) in 1630, overl. te Hildesheim 8 Maart 1676, trad in 1649 in de orde der Benedictijnen in de abdij van St. Pantaleon te Keulen, waar hij tot lector in de wijsbegeerte benoemd werd; ook verkreeg hij den titel van licentiaat in de theologie. Na het ambt van lector in de keizerlijke abdijen van Werthina en Prüm bekleed te hebben, werd hij tot prior van St. Pantaleon te Keulen benoemd en den 28en Mei 1668 tot abt van St. Michael te Hildesheim gekozen. Hij was een zeer ijverig bevorderaar der kloostertucht, een standvastig verdediger der kloosterrechten en getrouw administrator der kloostergoederen. Maximiliaan Hendrik van Beieren, bisschop van Keulen en Hildesheim, schatte hem zeer hoog en benoemde hem tot zijn vicaris-generaal in het bisdom van Hildesheim.
Zijn geschilderd portret bevindt zich, evenals dat van zijn oom Jacobus (dl. VII, kol. 859), in de sacristie der kerk van Horst.
Zie: Adolf Steffens, Geschiedenis der aloude Heerlijkheid en der Heeren van ter Horst, 183-184; Joes Knippenbergh, Historia ecclesiastica ducatus Gelriae.
Verzijl