[Meer, Petrus van der]
MEER (Petrus van der), zoon van Adriaan, priester, lid van de Congregatie van het Oratorie, was de tweede der vier (vijf) gebroeders priesters. Hij was 1630 priester gewijd en was als assistent met zijn broeder Joannes werkzaam onder de Katholieken van de Streek; om wille van meerdere eendracht mochten zij niet tegelijk in dezelfde dorpen werken. Petrus en Ubbins, pastoor te Nilbixwoud, werden door zijn broeder Joannes Merius verdedigd, toen zij bij de kapittel-heeren van Haarlem beschuldigd waren, wat hen zeer griefde. Het waren klachten over tabaksgebruik en over te vroolijke maaltijden te Nibbixwoud. L. Marius had hun een te harde berisping toegediend. Hun collega's Blommerius en de Wolf van Enkhuizen brachten hun troost (Bijdr. Haarlem I, 442, II, 140). Petrus Merius was 1738 pas overleden (Archief aartsb. Utrecht XII, 419). Het necrol. van Haarlem vermeldt zijn dood niet.
Fruytier