[Meer, Adrianus Joriszoon van der]
MEER (Adrianus Joriszoon van der) of de Meerius, Marius, landbouwer te Berckhout N. Holland, bewoonde een groot huis te Berckhout op de Meer, dat in 1638 reeds sinds veertig jaar bekend stond als het Papennest. Hier vonden alle priesters een toevlucht. Adr. van der Meer had zijn zes zonen laten studeeren. Van hen werden priester Joannes, Cornelius, Jacobus, Petrus en volgens Batavia Sacra nog een vijfde, Gregorius. Zijn oudste zoon Joannes richtte in het groote huis een latijnsche school op, waar vele latere priesters, o.a. Leon. Marius, hun eerste opleiding hadden ontvangen. De andere zonen bewoonden eveneens het groote huis en gaven les in de school. Van daaruit zorgden zij ook voor de Katholieken der omliggende streek. 1624 richtten het hof van Holland aan Prins Maurits reeds klachten over het groot getal jongelingen, die daar in alle superstitiën des pausdoms geïinstrueerd werden. 1637 diende aldaar de bestuurder der Missie, bisschop Rovenius, gedurende drie dagen aan duizenden personen het H. Vormsel toe, ofschoon het vorig jaar een groote menigde aldaar gevormd was door den wijbisschop van Osnabrück.
Het jaartal van het overlijden van vader van der Meer is niet bekend; de zoons volgen hier.
Zie: Archief Aartsb. Utr. XI, 146; XII, 149; Bijdr. Haarlem XX, 353; Batavia Sacra II, 442.
Fruytier