[Luik, Joannes van]
LUIK (Joannes van), kartuizer, overl. te Roermond 23 Juli 1572. Hij was geprofest monnik van het kartuizerklooster Bethlehem te Roermond. Toen op 23 Juli 1572 deze stad werd ingenomen door de troepen van den Prins van Oranje. richtten deze een bloedbad aan onder de kloosterlingen en geestelijkheid der stad. In het klooster der kartuizers aan de Swalmerstraat vonden 9 koor-religieuzen en 3 leekerbroeders den dood, terwijl andere leden van het convent ernstige mishandelingen hebben ondergaan. De prior Joachim van Tongerloo (dl. VI, kol. 1279) had in der haast het grootste deel der kloostergemeente in de kerk rondom het altaar verzameld. Hier maande hij de zijnen aan tot standvastigheid, en daar den kloosterlingen geen tijd meer was gelaten om ieder in het bijzonder biecht te spreken, ontvingen zij na een openbare belijdenis de absolutie. Onmiddellijk daarop volgde de verschrikkelijke slachting in de kerk. Joannes van Luik kreeg een kogel in de zijde en werd met de kolven der geweren afgemaakt. Zijn gebeente werd aanvankelijk met dat zijner medeslachtoffers bewaard in de kerk der chartreuse, in wier gebouwen thans het groot seminarie van het bisdom Roermond is gevestigd. Gedurende meer dan een eeuw hadden deze relieken zich daarna te Swalmen bevonden, totdat zij in 1902 op haar oude plaats, die getuige is geweest van de marteling, zijn teruggebracht. In 1911 zijn zij achter glas geplaatst in den rechter zijwand dezer kerk.
In den loop des tijds is er sprake geweest van het aanhangig maken van een canoniek proces om de zaligverklaring der roermondsche martelaren te verkrijgen. Een oud gezegde echter luidt: ‘Cartusia sanctos facit, non patefacit’ en dit is misschien de reden, dat men daartoe nimmer is gekomen.
Zie de literatuur bij het artikel over Leonardus van Luik, die volgt.
Scholtens