[Lamsweerde, Gerrit Willem Joseph baron van]
LAMSWEERDE (Gerrit Willem Joseph baron van van), geb. te Eerbeek, gemeente Brummen, 22 Aug. 1758, overl. te 's Gravenhage 2 Dec. 1837, was de zoon van den majoor Willem Gerhard van Lamsweerde en Maria Lucia Josepha van der Heyden tot Baak. Hij kon tot 1786 als roomsch-katholiek onder de republiek der Vereenigde Nederlanden geen staatsbetrekking bekleeden en hield zich daarom met den landbouw bezig. Maar in 1795 werd hij burgemeester van Zutfen.
Bij de verkiezing voor de Nationale Vergadering op 27 Jan. 1796 werd hij in het district Doetinchem tot lid en in het district Doesburg tot tweeden plaatsvervanger gekozen. Hij had, daar het voor Doesburg gekozen lid en diens eerste plaatsvervanger bedankten, ook voor Doesburg kunnen optreden, maar hij trad op voor Doetinchem. Hij kwam weinig op den voorgrond in deze vergadering. Bij de nieuwe verkiezingen op 2 Aug. 1797 werd hij tot eersten plaatsvervanger in het district Elst gekozen, en daar het gekozen lid voor een ander district optrad, had hij zitting kunnen nemen, maar evenals Schimmelpenninck en vele anderen nam hij de benoeming niet aan. Hij bleef buiten het staatsbestuur tot 8 Mei 1807, toen hij door koning Lodewijk werd benoemd tot landdrost, hetzelfde als thans Commissaris der Koningin, in het departement Gelderland. In die hooge betrekking schijnt hij niet bijzonder voldaan te hebben, wellicht omdat hij nimmer staatsambtenaar geweest was. Hij werd reeds 14 Nov. 1807 benoemd onder ontheffing van het landdrostschap tot intendant-generaal van 's Konings huis, en tegelijk tot staatsraad in buitengewonen dienst. Weder tamelijk spoedig werd hij ook van dezen post ontheven en 7 Dec. 1808 benoemd tot directeurgeneraal der posterijen, hetwelk hij is gebleven tot de inlijving bij Frankrijk. Toen werd hij in het begin van 1811 vrederechter te Zutfen, en 12 Juni van dat jaar tegelijk lid van den conseil général (= onze provinciale Staten) van het departement Yssel Supérieur. Na de herstelling der onafhankelijkheid werd hij benoemd tot lid van den Raad van State. Hij is dit tot zijn overlijden gebleven. De Koning was president, de kroonprins later Willem II was vice-president van dit lichaam Daar ook laatstgenoemde de vergaderingen niet dikwijls persoonlijk bijwoonde, was van Lamsweerde afwisselend met 6 anderen gedurende 23 jaren waarnemend president.
Hij werd in 1814 in den Gelderschen adel opgenomen, verkreeg in 1817 den titel baron bij eerstgeboorte en in 1832 werd die titel tot al zijn afstammelingen uitgestrekt.
Hij huwde 4 Nov. 1789 Maria Cornelia van Dorth tot Medler, geb. 2 Juni 1760, overl. 10 Oct. 1836, bij wie hij 6 zonen en 4 dochters had.
Ramaer