[Kuysten, Hermannus]
KUYSTEN (Hermannus) of Cuysten, baccalaureus in de theologie, priester, geb. te 's Hertogenbosch, overl. als pastoor te Amsterdam 17 Oct. 1666. Hij was pastoor te Amsterdam in de statie De drie bonte kraaien, die later, 1706, in de handen der Oud-bisschoppelijken kwam en aan hen bleef tot de opheffing. Volgens de Batavia Sacra II, 408 was H. Kuysten ‘vir admodum facundus’ de opvolger van Wilh. Coppenol, overl. 15 Oct. 1662. Hij werd 21 Oct. begraven in de Nieuwe kerk. De Bijdr. Haarlem XXXVIII, 341, Lijst der kanunniken noemt hem verkeerd pastoor te Alkmaar en kanunnik van Haarlem, dat was Arnoldus K., zie boven.
Zie: Bijdragen Haarlem XVII, 76; De Katholiek LX (1871), 350; Hist. episc. Haarlem I, 106.
Fruytier