[Jonge, Boudewijn de]
JONGE (Boudewijn de), geb. te Dordrecht, overl. te Brussel 12 April 1634, was de zoon van Mr. Cornelis de Jonge, heer van Baardwijk, en Casperina van Drenckwaert heeren Boudewijnsdr. Hij was leerling en eens huisgenoot en vriend van Justus Lipsius. Later werd hij gardiaan der Minderbroeders, eerst te 's Hertogenbosch, daarna te Leuven. Als vermaard theoloog schreef hij een menigte latijnsche werken, zoo onder eigen naam als onder den schuilnaam Constantius Peregrinus, die genoemd worden bij Balen, Beschr. van Dordrecht, 212-214.
van Dalen