ber, drong sterk op een stelselmatige cultuur van dit product aan, dat op de markt 2 gld. het pond deed. Verzekerd van de goedgunstige gezindheid van heeren XVII ging van Hoorn (G.-G. van 1704-1709) er toe over aan inlandsche hoofden in het Jacatrasche en in Cheribon plantjes uit te deelen. J. volgde dit voorbeeld. Zijn bestuur over Cheribon wordt over het algemeen geprezen. Zijn memorie van overgave aan zijn opvolger Joh. Fred. Gobius toont kennis van land en volk, hun adat en eigenaardigheden. Bij res. 26 Juni 1714 benoemd tot opperkoopman en gezaghebber van Java's n.o. kust voor een verband van 5 jaar, is hij reeds een jaar later overleden.
Hij was ongehuwd. Een broer Rutger J. was te Cheribon sergeant, een zuster Johanna Maria was gehuwd met Jan de Vaal te Bommel, een andere vóór hem overleden zuster Francina was daar getrouwd met Brusto van Mei. Een cousijn was Bartholomeüs van Segwaert, raad en schepen van Dordrecht, een omstandigheid, die wellicht een verklaring zijner vlugge promotie aan de hand doet.
Zie: de Haan, Priangan I en II.
Bartelds