Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Joannes]

JOANNES, wijbisschop van Luik, genaamd de Bersele, Beersele of Berse, behoorde tot de orde der franciscanen en overleed 1504. Hij werd 27 Juni 1485 tot bisschop verheven met den titel van Cyrene, Cirenensis, en hem werd

[p. 929]

een jaargeld toegezegd door den Paus van 200 gouden dukaten uit de inkomsten van het bisdom Luik, waar hij als wijbisschop moest optreden. Dom. Berlière geeft in Revue Bénédictine XXIX (1912) 459-463 een groot aantal wijdingen op, verricht door dezen bisschop. Voor het gedeelte van ons land, dat tot het bisdom Luik behoorde, zijn slechts eenige wijdingen bekend. De wijbisschop schijnt meestal te Maastricht zijn verblijf gehad te hebben. 11 April 1488 was hij tegenwoordig in de processie, gehouden te Maastricht om den vrede te erlangen. 4 Juli 1499 diende hij de kruinschering toe te 's Hertogenbosch (Gallia Christiana III, 905). 1502 verleende hij aflaten aan het klooster Maria-Wijngaart te Weert. 2 Maart 1503 verkochten de Minderbroeders-observanten te Maastricht aan hem eenige stukjes grond. De wijbisschop bezat een woning op het Vrijthof te Maastricht. Zijn broeder Laurentius had daarop een rente, welke de bisschop bij testament aan de broederschap der kapelaans van Sint-Servaas schonk. De wijbisschop was een bijzonder weldoener dezer confrerie der kapelaans. Op 5 Januari hielden zij zijn jaargetij en elke maand zijn gedachtenis. In de oude kapel van de kerk van St. Servaas had hij een H. Mis gesticht op elken Maandag. Doppler (blz. 171 noot in den index van zijn werk Nécrologe, 188, 190), verwart den wijbisschop Jan van Bersele met zijn opvolger, den wijbisschop Jan Bourgeois de Mons, eveneens titularis van Cyrene, wat vóór hem reeds deden Ernst, Suffr. de Liège, 153-154 en Habets, Gesch. bisdom Roermond I, 245.

Zij verzekeren dat Jan v. Beersele dezelfde persoon is als J. Bourgeois, wat onjuist is. De laatste was een seculier priester, professor en rector der leuvensche universiteit.

Zie: Doppler, Nécrologe de la confrérie des chapelains de la ci-devant collégiale de Maastricht (Maastr. 1897) 4, 18, 34, 49, 61, 77, 91, 104, 139, 156, 188, 190; dez., Schepenbrieven van het kap. van St. Servaas (Maastr. 1907 II, 309-310); Publications de la soc. hist. dans le duché de Limbourg XII, 152; Eubel, Hierarchia Catholica II, 158, 307.

Fruytier