[Janszoon, Pieter]
JANSZOON (Pieter), geb. te Westensteede in Oldenburg, terechtgesteld bij Katwijk begin Augustus 1571.
Hoewel Duitscher van geboorte, woonde hij al een jaar of zes in de Nederlanden, het laatst op Texel. Toen einde Maart 1571 een aantal schepen der Watergeuzen voor het Vlie verschenen, Texel plunderden en brandschatten, voegde hij zich bij de Watergeuzen en nam als bootsgezel dienst op het schip van kapitein Wybe Sjoerds. Dit schip bleef bij de Wadden kruisen; toen men begin Juni 1571 weer bij Texel kwam, ging Pieter Jansz. met een paar andere Watergeuzen aan land, en ondanks het verzoek van zijn vrouw ging hij weer aan boord terug. Toen de Geuzen kort daarna voor Vlieland aankwamen, kreeg hij van kapitein Wybo Sjoerds zeven daalders, als aandeel in de buitgelden, ‘omme daer van te teeren’. Op 23 Juni 1571 werd hij tegelijk met vele andere Watergeuzen op de Eems voor Emden door de Spanjaarden gevangen genomen. Van 18 tot 31 Juli 1571 zat hij op de Gevangenpoort in den Haag gevangen, werd dien dag gevonnist met verbeurdverklaring zijner goederen, en begin Augustus 1571 met een paar andere Watergeuzen op een hoog duin bij Katwijk gehangen. Op 16 Aug. 1571 betaalde het Hof van Holland de onkosten; de scherprechter ontving o.a. 4 pond en vier schellingen.
Zie: Algemeen Rijksarchief, Holl. Div. Rekg. 2723, fol. 90, 199, 366, 368vo, 369, 373vo.
Vogels